Renteschommelingen hebben niet alleen gevolgen voor de rentelasten of - opbrengsten bij het aantrekken dan wel uitzetten van gelden, maar ook voor de koersen van obligaties. Hieronder worden de onderscheiden risico's nader toegelicht.
1. Renterisico
Beheersing van het renterisico op korte schuld geschiedt door de kasgeldlimiet en op langlopende schulden door de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
Met deze limiet wil de wetgever voorkomen dat uitsluitend kortlopende leningen worden afgesloten. Het aantrekken van dit type leningen is aantrekkelijk wanneer de rente erg laag is. Het risico van een stijgende rente bij herfinanciering is daarmee in verhouding groot. Daarom is bepaald dat gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen gebruiken voor kortlopende leningen.
Wanneer zich in drie achtereenvolgende kwartalen een overschrijding voordoet, moet de gemeente
maatregelen nemen (zoals het aantrekken van langlopende geldleningen). Gezien de historisch lage rente op kortlopende geldleningen zal de kasgeldlimiet zo goed mogelijk worden benut. De looptijd van de lening is afgestemd op de vrijval van een positie in de beleggingsportefeuille.
(bedrag x 1.000) | ||||
Kasgeldlimiet | 3e kwartaal 2021 | 4e kwartaal 2021 | 1e kwartaal 2022 | 2e kwartaal 2022 |
Begrotingstotaal per 1 januari | 87,456 | 87,456 | 85,886 | 85,886 |
Limiet percentage | 8.50% | 8.50% | 8.50% | 8.50% |
Normbedrag | 7,434 | 7,434 | 7,300 | 7,300 |
Netto vlottende positie | ||||
Vlottende schuld | 271 | |||
Vlottende middelen | -8,928 | -8,836 | -3,261 | -6,612 |
Netto saldo | -8,928 | -8,565 | -3,261 | -6,612 |
Onder- overschrijding normbedrag | ||||
Ruimte onder de kasgeldlimiet | 16,362 | 15,999 | 10,561 | 13,912 |
Overschrijding kasgeldlimiet |
Renterisiconorm
Deze norm draagt bij aan een zodanige opbouw van de langlopende leningenportefeuille dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassingen en herfinanciering in voldoende mate worden beperkt. Het totaal aan aflossingen en herfinanciering mag jaarlijks maximaal 20% bedragen van het begrotingstotaal. Door een goede spreiding van de looptijd wordt flexibiliteit in de toekomst behouden tegen zo laag mogelijke rentekosten.
(bedrag x 1.000) | ||||
Renterisico | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Begrotingstotaal per 1 januari | 94,980 | 95,713 | 98,769 | 95,425 |
Limiet percentage | 20.00% | 20.00% | 20.00% | 20.00% |
Renterisiconorm | 18,996 | 19,143 | 19,754 | 19,085 |
Rente herziening | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aflossingen | 6,549 | 6,024 | 5,251 | 5,076 |
Renterisico | 6,549 | 6,024 | 5,251 | 5,076 |
Onder- overschrijding normbedrag | ||||
Ruimte onder de renterisiconorm | 12,447 | 13,119 | 14,503 | 14,009 |
Overschrijding renterisiconorm |
2. Liquiditeitsrisico
Dit is het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om onze financiële verplichtingen te voldoen. Gemeente Leudal werkt vanuit totaalfinanciering. Dit betekent dat alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden gesaldeerd voordat we ons op de geld- of kapitaalmarkt begeven.
Een goed inzicht in het verloop van inkomsten en uitgaven leidt tot een betere sturing op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de rentekosten.
Gemeenten zijn in het kader van schatkistbankieren verplicht hun overtollige liquide middelen boven het drempelbedrag aan te houden in de rijksschatkist. Door deze maatregel hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.
Vanaf 1 juli 2021 is voor gemeenten (en provincies, waterschappen en hun gemeenschappelijke regelingen) met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% van het begrotingstotaal (was 0,75%) met een minimum van € 1 miljoen (was € 250.000).
Dit drempelbedrag bedraagt afgerond 2,00% van het begrotingstotaal (zijnde € 1.718.000).
Verder is er de mogelijkheid overtollige middelen uit te lenen aan andere decentrale overheden.
(bedrag x 1.000) | ||||
Financieringspositie per 1 januari | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Activa | ||||
Vaste activa | 126,073 | 130,356 | 127,970 | 125,257 |
Grondexploitaties | 2,931 | 3,758 | 2,063 | 0 |
Saldo | 129,004 | 134,114 | 130,033 | 125,257 |
Passiva | ||||
Reserves | 65,886 | 64,962 | 64,177 | 63,218 |
Voorzieningen | 4,979 | 5,112 | 5,204 | 5,241 |
Langlopende geldleningen | 50,285 | 43,736 | 37,712 | 32,461 |
Prognose op te nemen langlopende geldleningen | 7,442 | 8,901 | 6,103 | |
Saldo | 121,149 | 121,253 | 115,994 | 107,023 |
Financieringstekort | -7,855 | -12,862 | -14,039 | -18,234 |
Bij aanvang van het begrotingsjaar wordt een theoretisch financieringstekort verwacht van afgerond
€ 8 miljoen. in het eerst volgende begrotingsjaar. Dit geldt voor het moment dat alle investeringen conform opgave worden uitgevoerd.
Het hebben van een tekort leidt ertoe dat de noodzaak tot een vaste financiering toeneemt, middels het aantrekken van langlopende geldleningen. De liquiditeitenprognose wordt in 2023 geactualiseerd om de noodzaak van wel of niet financieren te onderbouwen.
3. Koersrisico
Dit is het risico op een daling van de marktwaarde van de financiële activa. Dit risico loopt elke belegger. Omdat onze gemeente de “Essent-gelden” heeft belegd in obligaties zijn de koersrisico’s op het einde van de looptijd beperkt. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de balans zijn de obligaties gewaardeerd tegen de aankoopprijs indien deze lager lag dan de nominale waarde en tegen de nominale waarde wanneer de aankoopprijs hoger lag. Wordt niet verkocht voor de einddatum dan is er nauwelijks sprake van een koersrisico.
Onze vermogensbeheerder volgt de marktontwikkelingen nauwlettend en informeert de gemeente hierover periodiek. Daarnaast staat de Wet Schatkistbankieren alleen mutaties in de beleggingsportefeuille toe onder de strikte voorwaarde dat de gemiddelde looptijd van de portefeuille niet wijzigt. Door de ingezette beleidslijn van uw gemeenteraad wordt de beleggingsportefeuille stapsgewijs afgebouwd. Dit heeft tot gevolg dat de liquide middelen die de komende jaren naar de gemeente vloeien in het kader van de afronding van de Essent verkoop niet herbelegd worden. In plaats daarvan worden die vrijvallende middelen aangewend als intern financieringsmiddel.
(bedrag x 1.000) | ||||
Beleggingen | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Nominale waarde | 2,308 | 2,308 | 2,308 | 408 |
Vrijval nominale waarde | -1,900 | -408 | ||
Saldo | 2,308 | 2,308 | 408 | 0 |
Gerealiseerde boekwinst beleggingen | -150 | -22 | ||
Geldlening | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Verstrekte hybride lening aan Enexis | 3,017 | 3,017 | 3,017 | 3,017 |
Aflossing (vanaf jaar 2030) | ||||
Saldo | 3,017 | 3,017 | 3,017 | 3,017 |
Vrijvalkalender | (bedrag x 1.000) | |
---|---|---|
Jaar | Belegging | Boekwinst |
2023 | ||
2024 | ||
2025 | 1,900 | 150 |
2026 | 408 | 22 |
2027 | ||
2,308 | 171 |